Openingsrede 2022: Water: het blauwe goud, of wat als de omgeving de functie(s) bepaalt?

Op vrijdag 2 december sprak gouverneur Cathy Berx haar jaarlijkse ‘state of the province’ uit voor de provincieraad. Dit jaar presenteert ze haar rede:  Water: het blauwe goud, of wat als de omgeving de functie(s) bepaalt?

‘Water: het blauwe goud, of wat als de omgeving de functie(s) bepaalt’ gaat uiteraard over de waterproblematiek in al haar facetten, zoals watertekorten en droogte, wateroverlast en het verzekeren van de waterkwaliteit.  Bij de gesproken rede hoort steeds ook een uitgebreide publicatie waarin het thema verder verkend en uitgediept wordt.  Na de inleiding van gouverneur Cathy Berx volgen er boeiende bijdragen van verschillende coauteurs die dieper ingaan op de vele aspecten van het thema water:

  • Professor Dr. Patrick Meire, verbonden aan de Universiteit Antwerpen, schrijft over natuurgebaseerde oplossingen om het teveel respectievelijk tekort aan water permanent en duurzaam in evenwicht te houden. Geert De Blust, lid van de Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling Antwerpen, gaat op het einde van dit hoofdstuk dieper in op het belang van ruimtelijke planning met oog voor het gehele systeem.
     
  • Arrondissementsommissaris Bram Abrams en gouverneur Cathy Berx toetsen praktijk aan beleid in de vallei van de Kleine Nete.
     
  • Lieve De Roeck, secretaris van de CIW, en Tom Gabriëls, Bekkencoördinator Netebekken, maken de status questionis op van de actuele governance van het Vlaams Integaal Waterbeleid.
     
  • Vanessa De Backer, Federale dienst van de gouverneur Noodplanning, behandelt het crisisbeheersingsluik van wateroverlasten droogte. Aan de tekst over droogte werkte ook Kris Huijskens¸ droogtecoördinator van de provincie Antwerpen, mee.
     
  • Professor Dr. Isabelle Larmuseau maakt een scherpe analyse van waar Vlaanderen mogelijk (nog) niet aan de Europese Richtlijnen voldoet op het vlak van waterkwaliteit.
  • Bekkencoördinatoren Evelien De Vylder en Tom Gabriëls en planningsverantwoordelijke Jef Geulinckx beschrijven de situatie in de Antwerpse waterlopen en vatten de meest recente stroomgebiedbeheerplannen samen.
  • Kabinetsmedewerker Ben Paulus geeft een overzicht van het watergebruik in de verschillende sectoren in Vlaanderen.

  • Inge Genné, VITO, schrijft in het laatste hoofdstuk over circulair watergebruik. Ze werpt een blik op zowel de voordelen als de aandachtspunten hiervan.

Afsluiten doet gouverneur Cathy Berx zoals steeds met zo concreet mogelijke conclusies en actiepunten. Evenzeer vormen ze min of meer concrete opdrachten waarop zij met alle partners en stakeholders zal werken.

 

Zo zetten we in de toekomst in het belang van eenieder, zowel individueel en collectief,  best in op even fundamenteel als structureel systeemherstel Met focus op:  

1.    Substantieel meer ruimte voor water, zodat het goed kan infiltreren, grondwatervoorraden aan kan vullen en/of geborgen worden waar en wanneer anders overstromingen dreigen;  

2.    water van goede ecologische kwaliteit zodat de biodiversiteit en ook wij mensen – als onderdeel ervan -- beter kunnen floreren;  

3.    meer transparantie en kennis, zodat we beter kunnen kiezen voor een zuinig en circulair gebruik van het juiste water, voor de juiste toepassing.

  Enkele conclusies uit de integrale rede:

  1. Bescherm de van Nature Overstroombare Gebieden of NOG's evenals overstromingsgebieden juridisch. En laat die bescherming maximaal doorwerken in de vergunningverlening.
     
  2. Herstel de van Nature Overstroombare Gebieden waar dat mogelijk is.
     
  3. Stop de ongecontroleerde drainage. Veranker peilafspraken waar nuttig en nodig in peilbesluiten.
     
  4. Voer een gericht grondbeleid in functie van structureel valleiherstel, m.n. door het instellen van een doelgerichte grondenbank en een voorkooprecht voor de overheid in van nature overstroombare gebieden.
     
  5. Creëer een herstelfonds om het valleiherstel te financieren én zorg voor een sterk flankerend beleid voor de huidige ruimtegebruikers.
     
  6. Herevalueer de doelstellingen zelf aan de hand van inzichten en kennis van het verleden. Vertaal de doelstellingen naar concrete en gebiedgerichte taakstellingen zodat voor iedereen duidelijk is waar we welke concrete ruimtelijke doelen samen moeten waarmaken.
     
  7. Ga voor klimaatrobuuste landbouw: landbouw die uitgaat van het fysische systeem en niet omgekeerd.

 

Meer blijft nodig om de goede ecologische watertoestand te realiseren.  Ook daar waar we min of meer op schema zitten zowel om de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water te halen tegen 2027, als om de kwaliteitsstandaard vast te houden, eens het eindelijk zover is. 

Daarom:  

  1. Zorg voor een correcte budgettering op langere termijn. Focus minder op quick wins en meer op een structurele, graduele transitie.   
  1. Zorg voor voldoende uitvoeringscapaciteit: voldoende mensen met de juiste competenties om de gebiedsgerichte werking te coördineren evenals voldoende werkingsmiddelen en  wetenschappelijke onderbouwing om projecten versneld te realiseren op het terrein. Immers, finaal telt alleen de fysieke werkelijkheid.  
  1. Bouw een fijnmazig en voldoende frequent bemeten meetnet uit voor zowel waterkwaliteit als waterkwantiteit. Voldoende peil- en/of debietsgegevens zijn van belang voor de aanpak van wateroverlast of droogte, om e-flows op te stellen en als input voor hydrologische modellen.   
  1. Versterk de kennis, ervaring en betrokkenheid van de lokale besturen, zodat ze de vergunningverlening, handhaving en het ruimtelijk beleid kunnen inzetten om verdere achteruitgang te vermijden.   

  1. Hanteer beleidskaders die verzekeren dat (omgevings)vergunningen maximaal worden afgestemd op de draagkracht en m.n. op de kwaliteit en kwantiteit van het watersysteem.  
    Dwing de naleving ervan af met gerichte handhaving zodat water ook écht sturend wordt voor de ruimtelijke ontwikkeling met respect voor een robuust watersysteem.  

Omdat de terugkeer naar een gezond watersysteem met natuurlijke buffer, trage afvoer en maximale infiltratie een werk van vrij lange adem is, én risico’s, schade en impact door weersextremen nooit uit te sluiten zijn, blijven state of the art noodplanning en crisisbeheer dringend en noodzakelijk.

Hier passen vooral aanbevelingen en ‘opdrachten aan onszelf’: 

  1. Stel alle elementen die essentieel en prioritair zijn om grootschalige wateroverlast te beheren op punt, en houd ze actueel.  
  1. Breng de gevoelige, kritische punten en risicozones per bekken overzichtelijk in kaart en verrijkt ze met relevante data.   
  1. Zorg voor een goede inventaris van alle (boven)lokale middelen die de betrokken partners – eventueel in opdracht van de CC-Prov – kunnen inzetten.   
  1. Werk aan en met heldere, visuele voorspellingsmodellen op maat van hulpdiensten, beleidsmakers én de burger. Daarbij spreken we vooraf af vanaf welke graad van waarschijnlijkheid preventieve acties worden ondernomen, rekening houdend met de tijd die nodig is om deze acties uit te voeren.                                  
    Liever 85 % zekerheid dat een overstroming nakend is met een halve dag tijd om de acties uit te voeren, dan 100 % zekerheid, maar nog slechts een half uurtje tijd voor uitvoering van een actie. 
  1. Werk met duidelijke drempels in de voorspellingsmodellen, gelinkt aan een goede en efficiënte alarmering van alle betrokken actoren.  
  1. Teken met de specialisten een adequate commandostructuur uit voor grootschalige multisite-incidenten en dit zowel voor de operationele hulpverlening als voor beleidsbeslissingen.  
  1. Vermijd een tunnelvisie en aanvaard kritiek, suggesties en opmerkingen van buitenaf en integreer die functioneel in de reddingsacties, nazorg en – voor zover we daarbij betrokken zijn – de reconstructie. 

  1. Communiceer zo snel en correct mogelijk en wees open over wat nog niet mogelijk is en over eventuele noden ...